Contacteer ons
Contacteer ons
Een alleenstaande vrouw heeft 3 kinderen:
De moeder werkt deeltijds en ontvangt een alimentatievergoeding. Haar inkomen in 2018 bedraagt 16.170,39 euro (alimentatievergoeding niet inbegrepen). 80% van de alimentatievergoeding bedraagt 4.320,00 euro. Naast haar eigen woning beschikt de moeder over een tweede huis, waarvan het geïndexeerd kadastraal inkomen 1.084,00 euro bedraagt.
Het gaat om een eenoudergezin. Alleen het inkomen van de moeder telt mee in de berekening.
Aantal punten van de leefeenheid
1ste kind fiscaal ten laste van de moeder | 1 |
2de kind fiscaal ten laste van de moeder | 1 |
3de kind fiscaal ten laste van de moeder | 1 |
2de kind heeft handicap 66% | 1 |
Kind waarvoor een dossier wordt opgestart, is geen zelfstandig of alleenstaand student, maar ten laste van moeder | 1 |
Totaal aantal punten van de leefeenheid 5 |
5 |
Het inkomen bestaat niet voor 70% uit vervangingsinkomens, dus geen extra aftrek.
De moeder heeft onroerende goederen ‘Vreemd Gebruik’. Maar omdat dat geïndexeerd kadastraal inkomen 'Vreemd Gebruik' niet hoger is dan 1.250,00 euro, is de KI-test niet van toepassing.
De schooltoelage voor het kleuter-, lager en secundair onderwijs wordt sinds schooljaar 2019-2020 vervangen door de schooltoeslag van het Groeipakket. Meer info daarover vind je op www.groeipakket.be of via info@groeipakket.be.
De volledige toelage voor een niet-kotstudent is 2.577,14 euro, maar het inkomen is lager dan de maximumgrens en hoger dan de minimumgrens, dus wordt een percentage berekend. De berekening geeft het volgende:
Bedrag toelage = ((maximumgrens - inkomen) / (maximumgrens - minimumgrens)) x volledige toelage [(53.442,24 - 22.658,39) / (53.442,24 – 22.073,40)] x 2.577,14 = 30.783,85/31.368,84 x 2.577,14 = 2.529,08 |
Een gescheiden man met een inkomen van 21.590,50 euro in 2018 heeft het hoederecht over 3 kinderen en heeft ze fiscaal ten laste.
De vader is eigenaar van een woning en een appartement. Hij verhuurt het appartement met een geïndexeerd KI van 1.390,00 euro.
In 2011 is hij feitelijk gaan samenwonen met iemand die eigen inkomsten heeft.
De vader woont feitelijk samen met iemand met wie hij geen gemeenschappelijke kinderen heeft, en die zijn kinderen niet fiscaal ten laste heeft. Alleen het inkomen van de vader telt mee voor de berekening.
1ste kind fiscaal ten laste van de vader | 1 |
2de kind fiscaal ten laste van de vader | 1 |
3de kind fiscaal ten laste van de vader | 1 |
Kind waarvoor een dossier wordt opgestart, is geen zelfstandig of alleenstaand student, maar ten laste van ouder | 1 |
Degene met wie de vader samenwoont, heeft een eigen inkomen | -1 |
Totaal aantal punten van de leefeenheid | 3 |
Het inkomen bestaat niet voor 70% uit vervangingsinkomens, dus geen extra aftrek.
De vader heeft onroerende goederen ‘Vreemd Gebruik’ die hoger zijn dan 1.250,00 euro. De KI-test is dus van toepassing. Maar het KI van (1.390,00 euro × 3) = 4.170,00 euro ligt lager dan 20% van het volledige inkomen zonder KI: (20% van 21.590,50 euro) = 4.318,10 euro. De kandidaat wordt dus niet afgewezen op basis van de KI-test.
De maximuminkomensgrens voor een leefeenheid met 3 punten is 40.004,69 euro. De minimuminkomensgrens is 19.661,42. Het inkomen is 21.590,50 euro plus 2x het kadastraal inkomen ‘Vreemd Gebruik’: (1.390,00 euro × 2) = 2.780,00 euro. Het volledige inkomen is dus 24.370,50 euro.
De schooltoelage voor het kleuter-, lager en secundair onderwijs wordt sinds schooljaar 2019-2020 vervangen door de schooltoeslag van het Groeipakket. Meer info daarover vind je op www.groeipakket.be of via info@groeipakket.be.
De volledige toelage voor een niet-kotstudent is 2.577,14 euro. Het inkomen is hier lager dan de maximumgrens en hoger dan de minimumgrens, dus wordt een percentage berekend. De berekening geeft het volgende:
Bedrag toelage = ((maximumgrens - inkomen) / (maximumgrens - minimumgrens)) x volledige toelage [(40.004,69 - 24.370,50) / (40.004,69 - 19 661,42] x 2.577,14 (15. 634,19 / 20.343,27) x 2.577,14 = 1.980,58 Omdat de student maar een studietoelage voor 40 studiepunten kan krijgen, krijgt hij een percentage van dat bedrag. Dat wil zeggen: (1.980,58 x 20%) + [(1.980,58 x 80% x 40) / 60] |
De student kan niet worden beschouwd als gehuwd of samenwonend student, want er is geen officiële verklaring van wettelijke samenwoning en er is geen gemeenschappelijk kind. Maar hij voldoet wel aan de voorwaarden voor het statuut van zelfstandig student: hij heeft in 2019 en in 2020 gedurende 12 maanden een belastbaar inkomen verworven van 10.100 euro, wat meer is dan 7.429,80 euro.
Aanvrager toelage is zelfstandig student maar heeft niemand ten laste | 0 |
Totaal aantal punten van de leefeenheid | 0 |
Het inkomen bestaat niet voor 70% uit vervangingsinkomens, dus geen extra aftrek.
Geen onroerende goederen, dus geen KI-test.
De maximuminkomensgrens voor een leefeenheid met 0 punten is 18.621,48 euro. De minimuminkomensgrens is 8.447,98 euro. De 12de maand waarin de student een eigen inkomen heeft verworven, valt in 2020. Hij heeft dat jaar een inkomen van 3.150,00 euro. Zijn inkomen in 2020 ligt dus lager dan de minimumgrens. Daarom ontvangt hij de volledige studietoelage. Een zelfstandig student wordt altijd gelijkgesteld met een kotstudent.